Dianus 2 beweegt zich door de nacht alsof ze er is geboren — stil, beheerst, met een glimlach die meer verhult dan ze ooit zal zeggen. Haar ogen lijken altijd iets te zoeken, maar nooit te vinden. Overdag is ze bijna onzichtbaar; ze leeft in de schemering tussen rollen en werkelijkheden.
Ze begon ooit met het idee dat ze de controle had — dat ze de regels bepaalde, dat ze haar eigen verhaal schreef. En ergens doet ze dat nog steeds. Ze kent de kracht van haar aanwezigheid, de stilte tussen woorden, de manier waarop een blik macht kan geven. Maar onder die laag van zelfbeheersing schuilt iets zachts: een meisje dat ooit geloofde dat liefde vanzelf kwam.
Livia houdt van klassieke muziek, rookt zelden maar steekt soms een sigaret aan om de stilte te breken. Ze spaart voor iets wat ze zelf niet goed kan benoemen — misschien vrijheid, misschien verlossing. In haar appartement liggen ongeopende brieven van haar moeder.
Ze is geen slachtoffer, maar ook geen heldin. Ze is iemand die leeft met keuzes die anderen liever niet zouden zien, en daarin een vreemd soort schoonheid vindt.